Bij je eerste les stel je jezelf, Syntra AB en jouw collega’s voor. Je benadrukt het doel van jouw les(-onderdeel) en focust op de meerwaarde die ze zal bieden in het (professionele) leven van de cursisten. Eindig je les altijd met een samenvatting en vooruitblik.
Op welke manier een docent in de klas staat, heeft veel invloed op de tevredenheid van de cursisten. Een tekst aflezen, kan iedereen. Inspirerend les geven, daarentegen is slechts weinigen gegeven. Onze opleidingen zijn gericht op het “onder de knie krijgen” van een beroep. De beste manier om een beroep aan te leren, is door je rol als leerkracht als orkestleider te zien. Een orkestleider praat weinig zelf, maar zorgt ervoor dat zijn orkest wel voortdurend aan het oefenen is. Zo zet jij als leerkracht ook je klas aan het werk met open denkvragen, persoonlijke meningsvragen, doe-opdrachten, groepswerken, demonstraties, testinstructies… De cursisten denken zo voortdurend na over wat ze in de praktijk zouden doen. Behapbare stukjes uit praktijkhandelingen uit het beroep zijn dus het vertrek- én eindpunt. Zet je cursisten aan tot kritisch nadenken over hun praktijk en laat ze zelf probleemoplossend denken.
Theorie? Dat is dus beperkt tot wat nodig is om die praktijkhandeling te begrijpen. Ideaal geef je vooraf een korte theoretische uitleg, zet je dan je cursisten aan het werk in verschillende oefeningen en besluit je op het einde opnieuw met een theoretische samenvatting.
Concrete tips voor je les
- Laat cursisten zoveel mogelijk doen (bv. werkstuk, opzoeking, bereiding, montage, herstelling). Gebruik deze taak om zoveel mogelijk vragen te stellen aan de cursist. Geef een korte instructie, timing en doel van deze taak. Geef ook steeds feedback nadien.
- Stel voortdurend vragen over begrippen uit het beroep: van grondstoffen en gereedschappen, de correcte professionele aanpak, opeenvolging van stappen, de veiligheidsvoorschriften, het hoe en waarom.
- Stel open vragen in plaats van gesloten vragen (waar het antwoord “ja” of “nee” op is). Die beginnen met: waarom, hoe, op welke manier, waarvoor, wat gebeurt er precies, wat zou er gebeuren als…
- Als cursisten vragen stellen, beantwoord ze niet zelf. Geef liever kleine hints, suggesties… Of speel hun antwoorden door (“Zou u hetzelfde zeggen? Wat denkt u?”) en laat cursisten elkaar aanvullen, corrigeren. Zorg voor een gevoel bij cursisten van “Dit hebben we nu zelf opgelost!”.
- Wees geduldig met de moeite die sommige cursisten hebben om hun gedachten onder woorden te brengen, gun ze de nodige tijd, help ze discreet, moedig elke vorm van medewerking aan, moedig ook het stellen van vragen aan, beloon alle goede pogingen.
- Wees flexibel. Lesgeven verloopt niet altijd zoals je verwacht. Soms komen vragen veel vroeger dan verwacht of stelt er onverwacht een leerrijk probleem. Dan speelt u daar soepel op in.
- Trap niet in de val om steeds zelf te doceren of demonstreren (“Ik zal het eens voordoen en dan doen jullie het maar even mooi na!”).
- Tot slot: anekdotes uit je eigen beroepservaring, blijven altijd hangen! Bouw je leerstof op rond zulke verhalen.